Bitori en Chando Graciosa spannen al jaren de kroon als de grootste muzikanten uit Kaapverdië met hun opzwepende, aanstekelijke, verfijnde en tegelijk rauwe dansmuziek. Ze worden dus volledig terecht de koning en prins van de Funaná genoemd. En dat komen ze op 18 januari bewijzen tijdens hun exclusieve show in GROUNDS.

In 1954 trok de 16-jarige Victor Tavares – beter bekend als Bitori – vanuit Kaapverdië de zee over naar São Tomé en Príncipe met een grote droom: een accordeon kopen. Na twee jaar hard werken en sparen, slaagde hij er dan eindelijk in om zijn meest waardevolle bezit ooit aan te schaffen. De twee maanden durende reis terug naar zijn thuisland bleek voldoende te zijn om zichzelf het instrument eigen te maken. Als autodidact ontwikkelde Bitori zijn eigen aanstekelijk energetische stijl, die al snel de aandacht trok van de oudere generatie: Funaná was geboren. Maar onder druk van het Portugese regime bleef Bitori’s talent voor lange tijd een groot binnenskamers geheim.

Na de Kaapverdische onafhankelijkheid in 1975 kende Funaná een revival in een vernieuwd jasje, maar halverwege de jaren 90 werd het weer in z’n traditionele vorm opgenomen. Sleutelfiguur hierin was Chando Graciosa, een jonge zanger uit Tarrafal. Toen hij de muziek van Bitori hoorde, voelde hij zich onmiddellijk aangetrokken tot diens unieke speelstijl – een rauw en gepassioneerd geluid, begeleid door eerlijke teksten die de harde realiteit van de Kaapverdiaanse arbeidersklasse weerspiegelden. Samen met Bitori besloot hij op missie te gaan om Funaná ook buiten de eigen landsgrenzen bekend te maken.

In 1997 leidde dit tot het gezamenlijke project om het geluid dat Bitori in vier decennia had gevormd op plaat te vereeuwigen. Mede dankzij een formidabele ritmesectie werd “Bitori Nha Bibinha” een groot succes en de nummers van Bitori groeiden snel uit tot klassiekers. Tijdens hun show in GROUNDS zullen ze allemaal de revue passeren. Missie geslaagd dus!